Damascener rozen 

Een  fascinerende rozengroep, die  wordt  gebruikt  voor  de  productie  van  rozenolie,  die  de  basis  vormt voor  vele  dure  parfums en cosmetische  artikelen.

Tot  in de 18e  eeuw waren  er  behalve  de  wilde  rozen   en  enkele  Damascener rozen,    rozen  die  slechts  eenmaal  bloeiden. Dankzij  recent DNA-onderzoek weten we dat  vroege  Damascener rozen ,  zoals  ‘Kazanlik’  en  ‘York and  Lancaster’,  voortgekomen  zijn uit  de  kruising (Rosa gallica x Rosa  Moschata) x Rosa fedtschenkoana,  wat  betekent  dat ze  waarschijnlijk uit Centraal –Azië   komen en hun  weg  naar  Europa hebben  gevonden als  verstekelingen. 
De  rozenstruiken  zijn  goed   winterhard en  stekelig, met  een  slappe groeiwijze.  Ze hebben een  zachtgroen of  grijsgroen  blad.  Het  zijn vrij  ruige  heesters  met  een  open , ietwat  slordige  groeiwijze.  Ze  worden  1,5   tot 2 m hoog. De bloemen verschijnen in  royale schermen en  ontwikkelen zich vrij  traag  op korte  bloemstelen. Vandaar  dat  hun  bloeiseizoen wat  langer  duurt. In  de  loop der  tijd  werden  bepaalde vormen geselecteerd  vanwege  de  grotere   bloemen  en  het  grotere  aantal  kroonbladen. 
De  bloemen  zijn  er  in  vele  kleuren,  van  zuiver wit  tot  helder roze    en  ‘blush ‘  roze.  De  oudere  cultivars hebben  meer  warrige bloemen en  zijn  meestal  halfgevuld. Nieuwe  kruisingen  hebben  meestal meer kelkvormige  en gekwartierde bloemen. 
Rond  1620  verscheen er  een  belangrijke  nieuwe  vorm – ‘Quatre Saisons’.  Die  was  genetisch  vrijwel identiek aan  de  andere Damascener rozen  maar bezat  de  eigenschap  van te  herbloeien ,  ook wel  ‘remonterend’  genoemd.

Culinaire  toepassingen
Damascener  rozen worden  gebruikt  in de  keuken  als  smaakstof  of  speceriij, o.a   
vindt men ze als   ingrediënt  in   Marokkaanse  kruidenmengsels.
Rozenwater en poedersuikerrozen  worden  gebruikt  in de  Perzische, de Indische en   de Midden-Oosterse  keuken.
Hele bloemen  of  bloemblaadjes worden ook  gebruikt in  de  kruidenthee ”zuhurat”.
In  de Westerse  keuken wordt  niet  veel  gebruik  gemaakt van  rozen of  van rozenwater. In  de  oudheid was  dit  een  populair  ingrediënt  dat  het  meest  gebruikt  werd  in desserts  en  nu  nog  als  smaakversterker  in  traditionele desserts  zoals  marsepein.